Europêche wil stop op EU-import van niet-duurzame vis
Monday July 17, 2023
Europêche wil dat de Europese Commissie (EC) stopt met een opendeurbeleid voor de invoer van niet-duurzaam gevangen vis en zeevruchten uit derde landen. Meer dan 800.000 ton komt jaarlijks voor een nultarief op de Europese markt, terwijl vissers uit de EU moeten voldoen aan strenge duurzaamheidsnormen. Dit geldt (nog) niet voor vis die momenteel valt onder de ATQ-verordening. “Het belonen van degenen die weinig hebben gedaan voor de duurzaamheid en eerlijkheid van de visserij is niet langer aanvaardbaar”, stelt president Javier Garat van Europêche.
De Europese Commissie zal binnenkort een voorstel doen voor een verordening waarin voor bepaalde tijd autonome tariefcontingenten (ATQ's) worden vastgesteld voor visserijproducten in 2024 en 2025. De ATQ-verordening heeft betrekking op vis en seafood, zoals tonijn, koolvis, heek, garnalen, kabeljauw of platvis. Dankzij deze verordening kunnen relatief grote hoeveelheden uit niet EU-landen geïmporteerd worden zonder douanerechten of tegen verlaagde tarieven. Dit heeft ertoe geleid dat in de afgelopen dertig jaar de EU-import van niet-duurzame vis is gegroeid van 43.000 ton (zes soorten) naar 830.000 ton (vijftien soorten). Een toename van ruim 1.900%. De Europese Commissie kijkt hierbij tot op heden niet naar de herkomst, productiemethode, duurzaamheid en/of naleving van arbeidsnormen. Europêche wil dat de EU per direct ‘stopt met dit opendeurbeleid’ en roept op tot beleidscoherentie. “Zeker omdat met dit beleid de Europese visserijsector, die zich wel houdt aan de hoogste ecologische normen, op de knieën wordt gedwongen.”
‘Niet acceptabel’
Europêche haalt ter verduidelijking de tonijnindustrie in Thailand en China aan. Tonijn uit die landen wordt geïmporteerd tegen een nultarief, ondanks een goed gedocumenteerde geschiedenis van dubieuze visserijpraktijken en misbruik van arbeidskrachten. Het huidige ATQ-systeem negeert deze misstanden echter volledig. Dit leidt tot een oneerlijke concurrentie en een niet duurzame visserijsector. De Europese vissers worden op deze manier gedwongen om hun prijzen te verlagen en het verstoort de banden met duurzame partners uit landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS), die hieronder leiden en waardevolle marktkansen verloren zien gaan. Garat legt uit: “We kunnen niet accepteren dat de Europese Unie voorstander is van producten van dubieuze oorsprong en vangstomstandigheden, terwijl onze industrie worstelt om zich snel aan te kunnen passen aan de steeds strengere milieueisen en duurzaamheidsnormen.”
Deze duurzaamheidsnormen worden opgelegd door de EU en zijn gebaseerd op de dringende noodzaak om klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit aan te pakken. De sector vraagt zich af waarom een dergelijke aanpak niet wordt toegepast op het ATQ-systeem. “Terwijl de EU-vloot aan het decimeren is als gevolg van geopolitieke factoren en EU-beleid, blijven de ATQ-volumes juist groeien. We vragen ons inmiddels af of het idee is om de EU-productie te vervangen door import uit verre landen. Is dit de definitie van voedselzekerheid die de EU nastreeft? Het ATQ-systeem maakt geen onderscheid tussen vis die afkomstig is uit welk land dan ook. Russische koolvis en kabeljauw krijgen belastingvrijstellingen. Dit roept zowel politieke als ethische vragen op”, aldus Garat. “En hoe kan de Europese Commissie voorstellen om bodemvisserij te verbieden en tegelijkertijd grootschalige invoer uit controversiële niet-EU-bodemvisserij ondersteunen?”
Eerlijke concurrentie
Garat concludeert: “Het belonen van degenen die weinig hebben gedaan voor de duurzaamheid en eerlijkheid van de visstand, is niet langer aanvaardbaar. De Europese markt vraagt niets minder dan hoge normen en verwacht dat vloten uit alle landen werken met hetzelfde niveau van duurzaamheid als Europese vloten. Dit is essentieel om eerlijke concurrentie op de markt te waarborgen”, concludeert Garat, die er nu in Brussel op aandringt dat de EC het ATQ-systeem gaat gebruiken als tegenwicht ‘om onhoudbare en onverantwoordelijke praktijken in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan tegen te houden’. “Op die manier kan de EU de duurzaamheid van onze wateren beschermen en zorgen voor eerlijke concurrentie.”
Brancheorganisatie
De Europese Commissie zal binnenkort een voorstel doen voor een verordening waarin voor bepaalde tijd autonome tariefcontingenten (ATQ's) worden vastgesteld voor visserijproducten in 2024 en 2025. De ATQ-verordening heeft betrekking op vis en seafood, zoals tonijn, koolvis, heek, garnalen, kabeljauw of platvis. Dankzij deze verordening kunnen relatief grote hoeveelheden uit niet EU-landen geïmporteerd worden zonder douanerechten of tegen verlaagde tarieven. Dit heeft ertoe geleid dat in de afgelopen dertig jaar de EU-import van niet-duurzame vis is gegroeid van 43.000 ton (zes soorten) naar 830.000 ton (vijftien soorten). Een toename van ruim 1.900%. De Europese Commissie kijkt hierbij tot op heden niet naar de herkomst, productiemethode, duurzaamheid en/of naleving van arbeidsnormen. Europêche wil dat de EU per direct ‘stopt met dit opendeurbeleid’ en roept op tot beleidscoherentie. “Zeker omdat met dit beleid de Europese visserijsector, die zich wel houdt aan de hoogste ecologische normen, op de knieën wordt gedwongen.”
‘Niet acceptabel’
Europêche haalt ter verduidelijking de tonijnindustrie in Thailand en China aan. Tonijn uit die landen wordt geïmporteerd tegen een nultarief, ondanks een goed gedocumenteerde geschiedenis van dubieuze visserijpraktijken en misbruik van arbeidskrachten. Het huidige ATQ-systeem negeert deze misstanden echter volledig. Dit leidt tot een oneerlijke concurrentie en een niet duurzame visserijsector. De Europese vissers worden op deze manier gedwongen om hun prijzen te verlagen en het verstoort de banden met duurzame partners uit landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS), die hieronder leiden en waardevolle marktkansen verloren zien gaan. Garat legt uit: “We kunnen niet accepteren dat de Europese Unie voorstander is van producten van dubieuze oorsprong en vangstomstandigheden, terwijl onze industrie worstelt om zich snel aan te kunnen passen aan de steeds strengere milieueisen en duurzaamheidsnormen.”
Deze duurzaamheidsnormen worden opgelegd door de EU en zijn gebaseerd op de dringende noodzaak om klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit aan te pakken. De sector vraagt zich af waarom een dergelijke aanpak niet wordt toegepast op het ATQ-systeem. “Terwijl de EU-vloot aan het decimeren is als gevolg van geopolitieke factoren en EU-beleid, blijven de ATQ-volumes juist groeien. We vragen ons inmiddels af of het idee is om de EU-productie te vervangen door import uit verre landen. Is dit de definitie van voedselzekerheid die de EU nastreeft? Het ATQ-systeem maakt geen onderscheid tussen vis die afkomstig is uit welk land dan ook. Russische koolvis en kabeljauw krijgen belastingvrijstellingen. Dit roept zowel politieke als ethische vragen op”, aldus Garat. “En hoe kan de Europese Commissie voorstellen om bodemvisserij te verbieden en tegelijkertijd grootschalige invoer uit controversiële niet-EU-bodemvisserij ondersteunen?”
Eerlijke concurrentie
Garat concludeert: “Het belonen van degenen die weinig hebben gedaan voor de duurzaamheid en eerlijkheid van de visstand, is niet langer aanvaardbaar. De Europese markt vraagt niets minder dan hoge normen en verwacht dat vloten uit alle landen werken met hetzelfde niveau van duurzaamheid als Europese vloten. Dit is essentieel om eerlijke concurrentie op de markt te waarborgen”, concludeert Garat, die er nu in Brussel op aandringt dat de EC het ATQ-systeem gaat gebruiken als tegenwicht ‘om onhoudbare en onverantwoordelijke praktijken in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan tegen te houden’. “Op die manier kan de EU de duurzaamheid van onze wateren beschermen en zorgen voor eerlijke concurrentie.”